Schilder Helen Cuffe is met haar zoontje Jack naar Donegal gevlucht na de moord op haar man in Noord-Ierland. Ze zondert zich af, totdat ze een mysterieuze, gehandicapte Amerikaan ontmoet, die geobsedeerd is met het restaureren van een verlaten treinstation. De romantiek bloeit op, maar dan besluit een groep zogenaamde vrijheidsstrijders wapens op te slaan in het treinstation - en ze betrekken Helens zoon erbij.