Svend en Bjarne zijn hun baan als hulpje bij de gemene slager Holger beu en besluiten een eigen slagerij te openen. Ze bekostigen de zaak met de levensverzekering van Bjarnes comateuze broer Eigil. De openingsdag eindigt in mineur, met nul klanten en een lege kassa. Een onderhoudsman die per ongeluk in de ijskast vast komt te zitten, lijkt hun redding te worden.