Auteur:
Karel groeit op in een groot en arm gezin, waarbij fraude welig tiert en waarbij opvoeding en zorg op gespannen voet staan met overleven in een wereld die niet van iedereen is. Overleven in een omgeving, waar alcohol, huiselijk geweld en drugs heersen, is niet gemakkelijk voor Karel. Naarmate de jaren verstrijken neemt hij het heft in handen en probeert hij zich los te weken uit een wereld die leidt naar armoede, criminaliteit of zelfs de dood. De overleden personages vertellen hun dramatische levensverhalen, waarbij duidelijk wordt dat een leven zonder lijden, armoede en verdriet niet voor iedereen maakbaar is en dat armoede, geweld en verslavingen vaak van generatie op generatie overgaan. Een thema is dan ook sociale ongelijkheid en wat je daarmee doet. In dit verhaal komt het leven en de voorgeschiedenis van zijn Surinaamse oma aan de orde. Hierbij passeert religie en racisme. In het begin van het boek gebruikt de schrijver een wij-perspectief, omdat hij hetzelfde ervaart als zijn tweelingzus. In de hoofdstukken van zijn oma, zijn vader en zijn ex-vrouw wordt een ik-perspectief gebruikt. Hiermee laat de auteur de 'harde waarheid' deze personages uit de dood hun eigen verhaal vertellen. Door de hoofdstukken heen vertelt de auteur als verteller en personage zijn eigen verhaal en de zoektocht naar zijn biologische vader met respect voor mijn ‘vader’. Wat is de waarheid? Voor wie?
Carolus Spitsbaard (1966) is docent Nederlands, ondernemer en gemeenteraadslid. Hij weet met onconventioneel taalgebruik en onwaarschijnlijke gebeurtenissen van evenzo onwaarschijnlijke personen de lezer te boeien. Het bittere leven wordt door cynisme en humor met een rauw randje bekritiseerd. Als je leven niet over rozen gaat, kun je dan toch een rooskleurig leven creëren? Oma’s die katten eten is de debuutroman van Carolus Spitsbaard.