Zes keer probeerden Duitse officieren in de tweede helft van 1943 en de zomer van 1944 Hitler om het leven te brengen. Explosieven vermomd als cadeaus, handgranaten, pistolen en zelfs zelfmoordaanslagen – de Führer moest uit de weg geruimd worden. Maar hij wist dat hij gevaar liep, en de veiligheidsmaatregelen rond de leider van het naziregime waren strenger dan ooit toen de officier Claus von Stauffenberg in juli 1944 afreisde naar Hitlers bunker in Oost-Pruisen om de Führer te vermoorden en met hem het Derde Rijk ten val te brengen.