Auteur:
In Stem op een vrouw vertelt Devika Partiman over een strijd voor politieke gelijkheid die al meer dan honderdvijftig jaar duurt. Ze geeft onverwachte voorbeelden van geslaagde representatie in de geschiedenis, en biedt een antwoord op de vraag wat representatie kan betekenen. Moet elke vrouw in de politiek een strijder voor vrouwenrechten zijn? Of is haar aanwezigheid – Caroline van der Plas, Georgia Meloni, Margaret Thatcher – op zich al waardevol? Partiman toont aan dat er valse representatie bestaat, zoals op de kieslijst van de VVD, maar beargumenteert ook dat alle vormen van representatie uitmaken, zelfs als die niet direct aansluiten bij feministische idealen. ‘Het gaat om de kwaliteit.’ Partiman moest het argument zo vaak aanhoren dat ze zeven jaar geleden besloot de stichting en actiegroep Stem op een Vrouw op te richten. Maar de kwaliteitsdrogreden weergalmt nog steeds, in online haat en in de zogenoemde glazen klif. In haar essay ontleedt Partiman deze fenomenen, en stelt ze de vraag: is de omgang met vrouwen in de politiek wel werkelijk veranderd sinds de eerste vrouw in Nederland politiek actief werd?