In 1947 woont een 93-jarige Sherlock Holmes met zijn huishoudster en haar zoontje in een afgelegen Sussex boerderijtje waar hij honingbijen houdt, in een dagboek schrijft en worstelt met zijn verminderde geheugen. Maar in de nadagen van zijn leven blijft de oude speurneus nog steeds gefascineerd door een onopgeloste zaak rondom een prachtige jonge vrouw en stelt zichzelf vragen over het leven, de liefde en de grenzen van de geest om iets wel of niet zeker te weten.