Op de vooravond van 28 juni 2011 zetten de Zweedse journalisten Martin Schibbye en Johan Persson alles op het spel door illegaal de grens over te steken van Somalië naar Ethiopië. Na maanden van onderzoek, planning en mislukte pogingen waren ze eindelijk op weg om verslag te doen van de gevolgen van de meedogenloze jacht op olie voor de bevolking van de geïsoleerde en door conflicten geteisterde Ogaden-regio. Vijf dagen later lagen zij gewond in het woestijnzand, neergeschoten en gevangen genomen door het Ethiopische leger. Maar toen hun eerste reportage stierf, begon een ander verhaal. Een verhaal over wetteloosheid, propaganda en wereldpolitiek. Na een kafkaiaans proces werden ze veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf wegens terrorisme. En ze waren verre van alleen. Hun celgenoten waren journalisten, schrijvers en politici die werden vervolgd omdat ze niet zwichtten voor de dictatuur. Hun reportage over olie werd een verhaal over inkt, en hun dagelijks leven veranderde in een strijd om te overleven in de beruchte Kality gevangenis in Addis Abeba. Blootgesteld aan dodelijke ziektes, dagelijkse afranselingen en hevige repressie - beroofd van hun schoenveters en hun vrijheid van meningsuiting - vochten zij voor het behoud van het waardevolste van alles: de vrijheid om te bepalen wie je bent en wat je gelooft. Dit is hun verhaal van 438 dagen hel.